De puppy was in de
tuin aan het spelen.
Toen zag hij een
vlindertje langs vliegen.
Hij rende er achter
aan maar de vlinder vloog over het hek. De puppy bleef bedroefd zitten.
Toen dacht hij: “ Ik
wil ook de weide wereld in.”
Hij nam een aanloop en
sprong over het hek.
De puppy begon aan
zijn reis. Hij liep en liep en werd steeds vermoeider.
Toen kwam hij bij een
wei.
Er kwam een veulen
naar hem toe.
Die vroeg:’’ Waar ga
jij heen?’’
De puppy zei:”Ik ga
de weide wereld in.”
“Leuk” zei het
veulentje, “Mag ik mee?”
“Natuurlijk maar
eerst even uitrusten” zei de puppy.
“Ik heb een idee” zei
het veulentje.
“Je mag op mijn rug!”
“Oké” zei de puppy.
En zo gingen ze samen
verder.
Toen kwamen ze bij
een moeras.
Het veulentje
zei:”Hou je goed vast, ik spring er over heen.
Het veulentje nam een
aanloop en sprong.
Maar op het laatste
moment viel de puppy.
Het veulentje trok
hem er meteen uit.
De puppy vond het
niet meer leuk en wou naar huis.
Maar het veulentje
zei: Kom op we gaan verder.”
“Oké dan” zei de puppy.
Toen ze na een tijdje
lopen bij een hek met prikkel draad kwamen Zei het veulentje “Dit keer lukt het
me om er over heen te springen.
Maar de puppy ging
toch maar onder het hek door.
Het veulentje sprong
maar kwam vast te zitten en viel.
De puppy maakte het
veulentje los en samen besloten ze om terug te gaan.
Toen ze terug bij de
wei waren nam de puppy afscheid van het veulentje.
De puppy liep verder
naar zijn huis.
Toen hij weer veilig
in zijn eigen tuin was dacht hij:”Hier is tenminste geen gevaar.”
De moraal van dit verhaal:
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.