Schrijftips vriendenverhaal
Hoe schrijf je een verhaal verhaal waarin vriendschap een rol speelt? Voor het schrijven van dit verhaal heb je personen nodig met karakters die dingen beleven en jou uitnodigen om hierover te schrijven. Het beschrijven en verzinnen van die personages is de eerste stap.
1. Begin met het bedenken wat voor eigenschappen je personage heeft. In het vriendenhuis zijn al een aantal voorbeelden genoemd, maar misschien weet jij er nog wel meer.
Tina is sociaal en intelligent en erg slordig. Sybrand is helemaal niet zo sociaal, hij is wel intelligent en erg netjes. Tina wel slordig,maar heel ondernemend, erg handig en sociaal. Sybrand is net een verstrooide professor, Tina staat met beide benen in de wereld. Zo kun je natuurlijk van alles verzinnen, dit is maar een voorbeeld. Leef je in in je karakters.
2. Er zijn heel veel woorden die beschrijving geven aan een karakter. Klik hier voor de hele lijst van eigenschappen. Voor je verhaal mag je de de eigenschappen best wat overdrijven.
|
Achterdochtig |
Jaloers Kieskeurig Koppig Langzaam Lawaaierig Leergierig Lief Lui Luidruchtig Lusteloos Melancholiek Mild Moedig Muzikaal Nauwkeurig Nerveus Nieuwsgierig Nors Onberekenbaar Onbetrouwbaar Onbevreesd Ondeugend Onhandig Onopvallend Onrustig Onstuimig Ontembaar Ontvankelijk Onverdraagzaam Onvermoeibaar Opgewekt Opgewonden Opmerkzaam Opvallend Ordelijk Paniekerig Pesterig Plezierig Plichtsgetrouw |
Populair |
3. Als je de bij je persoon verschillende eigenschappen hebt bedacht, zet dan je fantasie en je verbeelding aan het werk en geef je personage een probleem en bedenk de oplossing Dit is de grote lijn van je verhaal.
Wat gebeurt er als als Tina Techniek haar spullen laat slingeren bij Sybrand Slimmerik op zijn kamer? Misschien komen ze na een ruzie wel tot de ontdekking dat Sybrand de oplossing heeft voor het probleem van Tina. Wie weet is dit het begin van een nieuwe samenwerking?
4. Al je het denkwerk hebt gedaan begin je met schrijven. Begin met je verhaal met een inleiding waarbij je je personages introduceert.
Sybrand loopt ongeduldig in zijn kamer op en neer. Zijn computer doet het niet. Hoe moet hij nu verder met het bestuderen van oplossingen voor al het plastic afval in de wereld. Voordat hij boodschappen ging doen was iets interessants aan het lezen.
Ineens ziet hij een tangetje liggen in de vensterbank. Geïrriteerd loopt hij naar de huiskamer. Die is vast van Tina, zij laat ook overal haar spullen liggen.
5. Gebruik dialogen in je verhaal. Wat zeggen ze tegen elkaar?
“Wie heeft er dit tangetje op mijn kamer laten liggen?” vraagt Sybrand boos aan iedereen in de huiskamer.
“Ikke”, zegt Tina vrolijk, “Heb je daar een probleem mee?” “Ik kan niet tegen die troep”, moppert Sybrand. “Zeker niet als mijn computer het niet meer doet”, zucht hij erachteraan.
6. Gebruik gevarieerde woorden voor het woord zeggen. Het is erg saai als je alleen dit woord gebruikt.
Voorbeeld:
Tina zegt: “De oplossing is heel simpel.” Sybrand zegt: “Wat dan?” Tina zegt: “Je doet gewoon de stekker in het stopcontact, verstrooide professor!”
of
Tina roept enthousiast: “De oplossing is heel simpel.” Sybrand mompelt: “Wat dan?” Tina jubelt: “Je doet gewoon de stekker in het stopcontact, verstrooide professor!
7. Zorg voor een logische afloop van je verhaal.
Dit zijn 7 tips waar je vast wel wat aan hebt, maar misschien heb je zelf nog veel betere ideeën. Bij het schrijven van verhalen kun je je fantasie de vrije loop laten.